Omgevingsinformatie van lasertrackers rapporteren

Tip voor PolyWorks|Inspector™ 

Bij het meten met een lasertracker kan het rapporteren van de omgevingsluchtdruk en -temperatuur voor elk punt deel uitmaken van de vereisten voor traceerbaarheid. Vanaf PolyWorks|Inspector 2019 IR6 wordt deze informatie automatisch geregistreerd voor elk gemeten punt en kan eenvoudig worden gerapporteerd. U kunt nu op betrouwbare wijze gegevens vastleggen met uw lasertracker en problemen met omgevingsfactoren onderzoeken.

Stap voor stap: Voor het rapporteren van de omgevingsluchtdruk en -temperatuur voor punten die zijn verkregen met een lasertracker:

Voor afgetaste dataobjecten:

  1. Selecteer op het gewenste dataobject in de Tree View.
  2. Klik met de rechtermuisknop op de selectie en klik op Report > Temperature in het snelmenu dat wordt weergegeven.

Voor geselecteerde meetelementen:

  1. Selecteer de gewenste meetelementen in de Tree View.
  2. Om elk gemeten punt te rapporteren: Klik met de rechtermuisknop op de selectie en klik op Report > Measured Points in het snelmenu dat wordt weergegeven.
  3. Om statistische informatie te rapporteren: Klik met de rechtermuisknop op de selectie en klik op Report > Table in het snelmenu dat wordt weergegeven.
  4. Klik met de rechtermuisknop op de titel van een kolom titlel en kies uit de lijst met alle beschikbare kolommen de gewenste omgevingsgegevens om weer te geven.

 Voor apparaatposities:

  1. Klik in het bovenste menu op Tools > Device Positions > Manage Positions and Targets.
  2. Klik in het deelvenster Device Positions and Targets dat wordt weergegeven op tabblad Device positions.
  3. Klik met de rechtermuisknop op een kolomkop en voeg kolommen toe voor Mean, Min en/of Max Air Temp.
  4. Klik op de knop Report in de verticale werkbalk van het deelvenster.

Voor elk geval wordt een rapport met een enkel tabblad gemaakt in een nieuw rapport of het actieve opgemaakte rapport. In de onderstaande afbeeldingen staan voorbeelden.

U kunt ook omgevingsgegevens bekijken voor een object dat is gemeten met een lasertracker in het venster Edit Measured Point. Selecteer het gewenste gemeten object, klik er met de rechtermuisknop op en klik op Edit > Edit Measured Points in het snelmenu dat wordt weergegeven; het venster zal verschijnen.

Problemen vervangen door oplossingen
Problemen vervangen door oplossingen
Problemen vervangen door oplossingen